Overslaan en naar de inhoud gaan

septische arthritis - Lyme (Borrelia spp)

Adviezen

≥ 18 jaar
Prioriteit Medicatie Opmerking
Prioriteit:
1e keus
Medicatie:

doxycycline po 100mg 2dd 30 dagen

Opmerking:

Bij een behandelnaïeve patiënt

Prioriteit:
1e keus
Medicatie:

ceftriaxon iv 2000mg 1dd 14 dagen

Opmerking:

Indien i.v. behandeling noodzakelijk is of indien eerdere behandeling met doxycycline heeft gefaald

Algemene opmerkingen

Lymeziekte is een infectieziekte die zich met vele verschijningsvormen en een wisselend beloop kan manifesteren in vrijwel alle orgaansystemen. Er wordt uitgegaan van de volgende classificatie (arbitraire indeling):

  1. Vroege gelokaliseerde lymeziekte;
  2. Vroege gedissemineerde lymeziekte (o.a. acute Lyme-artritis);
  3. Late lymeziekte (o.a. chronische Lyme-artritis).

Een Lyme-artritis ontstaat enkele weken of maanden na de infectie (een chronische artritis meestal na 3 tot 6 maanden). Artritis treedt in Noord-Amerika in 60% van de gevallen en in Europa in 5-8% op, waarschijnlijk samenhangend met de Borrelia-soort. De artritis presenteert zich zowel bij volwassenen als kinderen mono- of oligoarticulair, meestal in de grote gewrichten, waarbij het kniegewricht het meest frequent aangedaan is. 

Chronische artritis na een standaard antibiotische behandeling voor lyme-artritis is zeldzaam. Op grond van vervolgserologie kan geen uitspraak worden gedaan over het beloop van de artritis na behandeling. Een chronische lyme-artritis op basis van een autoimmunologische genese kan worden verondersteld als andere oorzaken van een chronische artritis zijn verworpen en een persisterende infectie minder waarschijnlijk is gezien een negatieve PCR op synoviale vocht of weefsel (Let op: De PCR van synoviale vocht kan tot maanden na de start van de antibiotische behandeling van lyme-artritis positief zijn). Indien deze chronische artritis niet tot rust komt na een intra-articulaire corticosteroïdeninjectie, zijn ‘disease-modifying anti-rheumatic drugs’ (DMARDS), zoals hydroxychloroquine en methotrexaat, behandelopties.

Het merendeel van de patiënten herstelt goed na behandeling, maar in sommige gevallen kan klinische verbetering nog optreden na 6 tot 12 maanden. 

Overwegingen:

  • Doe serologisch onderzoek naar lymeziekte bij een patiënt met een mono- of oligoartritis waarbij de knie betrokken is, indien andere oorzaken onwaarschijnlijk zijn.
  • Doe serologisch onderzoek naar lymeziekte bij een patiënt met een mono- of oligoartritis waarbij de knie niet betrokken is, alleen als er bij anamnese of lichamelijk onderzoek andere aanwijzingen zijn voor lymeziekte.
  • Doe bij het persisteren van artritis na antibiotische behandeling voor lymeziekte diagnostiek naar andere mogelijke oorzaken van een chronische artritis.
  • Doe bij een chronische artritis na antibiotische behandeling voor lymeziekte een PCR van het synoviale vocht of synoviale weefsel.
  • Doe serologisch onderzoek naar lymeziekte bij chronische gegeneraliseerde spier- en gewrichtsklachten alleen indien er bij anamnese of lichamelijk onderzoek andere aanwijzingen voor lymeziekte zijn.

Bronnen

  1. CBO Richtlijn Lymeziekte 2013.
  2. AAN/ACR/IDSA 2020 Guidelines for the Prevention, Diagnosis and Treatment of Lyme Disease.
  3. Pubmed.gov publication # 32457042

    BMJ. 2020 May 26:369:m1041. doi: 10.1136/bmj.m1041. Lyme borreliosis: diagnosis and management. Bart Jan Kullberg, Hedwig D Vrijmoeth, Freek van de Schoor, Joppe W Hovius.

Antimicrobiële middelen

De volgende antimicrobiele middelen zijn verwerkt in deze adviezen:

Externe referenties
Categorie
Metadata

Swab vid: G-502127.3
Bijgewerkt: 01/04/2024 - 09:51
Status: Published